Met zulke technieken til je de boodschap naar een hoger niveau en kun je gedrag sturen. Er zijn honderden beïnvloedingstechnieken. Welke kansrijk zijn, hangt af van de doelgroep, de omgeving en het gedrag. Een paar voorbeelden van geschikte technieken:
- Communiceer het gewenste gedrag. Het is belangrijk om de focus te leggen op het gedrag dat je wél wil zien (“Bedankt dat je je aan de snelheid houdt”). Dit geldt in elke situatie. Door in communicatie ongewenst gedrag te benadrukken, normaliseer je namelijk het foute gedrag.
- Erken weerstand. Hiermee wek je sympathie en staat de doelgroep meer open voor jouw boodschap. Geef bijvoorbeeld in een gesprek aan dat je begrijpt dat het verleidelijk is om het gaspedaal in te drukken. Vraag vervolgens of de bestuurder redenen kan bedenken waarom dit niet gewenst is en bespreek gezamenlijk deze inzichten.
- Denormaliseer het probleemgedrag. Benadruk in de communicatie met de doelgroep dat veel (belangrijke) mensen het probleemgedrag afkeuren, zoals familieleden of influencers. Hiermee denormaliseer je het probleemgedrag. De juiste nuance is hierbij cruciaal. Als je de doelgroep en het probleemgedrag publiekelijk te sterk afkeurt, kun je op weerstand rekenen.
- Verander het perspectief. Imponeergedrag wordt vaak vertoond in groepsverband: wanneer vrienden samen zijn. In andere situaties, bijvoorbeeld wanneer automobilisten met familieleden rijden, vindt het probleemgedrag niet/minder plaats. Plaats de automobilist in dit andere perspectief, zodat hij op zijn gedrag reflecteert (“Rijd je ook zo als je met je moeder naar de supermarkt rijdt?”).
- Pas altercasting toe. Met deze techniek plaats je de doelgroep in een gewenste rol, in dit geval die van goede chauffeur. Vraag bijvoorbeeld of de bestuurder zichzelf een goede/verantwoordelijke chauffeur vindt, koppel terug welke elementen hierbij horen en ga hierover in gesprek. De kans dat hij zich hier vervolgens naar gedraagt, neemt dan toe.
Download hier alle tips voor gemeenten.