Hoe is de Haagse aanpak veilige schoolomgeving tot stand gekomen en hoe ziet deze eruit?
Arjen Kapteijns: “De afgelopen jaren is het aantal aanvragen van scholen voor een verbetering van de verkeersveiligheid in de schoolomgeving fors toegenomen. Het onderwerp lag ambtelijk bij de projectleider die zich bezig hield met alle infrastructurele projecten op het gebied van verkeersveiligheid, waardoor er weinig tijd was om uitgebreid de situatie van de scholen onder de loep te nemen en daarin verbeteringen te doen. Daarom is een coördinator Veilige Schoolomgeving binnen het Team Verkeersveiligheid aangenomen om specifiek met de scholen aan de slag te gaan. Inmiddels is de aanpak gestructureerd en projectmatig. De aanpak begint met een startgesprek op de schoollocatie, waarbij de problemen in de schoolomgeving samen met de school worden geïnventariseerd en mogelijke oplossingen worden besproken. Vanuit daar wordt door de collega’s van het ingenieursbureau van de gemeente een ontwerp met interventies opgesteld, welke meerdere malen met de scholen besproken wordt. Na wederzijds akkoord worden de interventies in de infrastructuur in uitvoering gebracht, doorgaans een klein jaar na het startgesprek.
Naast de interventies in de infrastructuur behelst de aanpak ook gedragsbeïnvloeding, omdat de gemeente Den Haag gelooft dat infrastructuur en gedrag niet los van elkaar gezien mogen worden. De gemeente biedt verschillende tools, projecten en programma’s aan bij de school en gezamenlijk wordt de gedragsaanpak vormgegeven, met als gewenst resultaat dat kinderen meer lopend of fietsend naar school komen, en dat elke weggebruiker in de schoolomgeving zich bewust is van de situatie en de onveiligheid die zijn of haar gedrag kan opleveren. Onlangs is een aanbesteding gegund aan Veilig Verkeer Nederland met de opdracht het haal- en brenggedrag van ouders van basisscholen te beïnvloeden, ten gunste van de verkeersveiligheid”.
Hoe bepaalt de gemeente de volgorde van de aanpak en met welke school we aan de slag gaan?
“Den Haag telt bijna 200 basisschoollocaties. Aangezien het onmogelijk is alle schoolomgevingen tegelijk aan te pakken, is prioritering noodzakelijk. In 2022 is een lijst vastgesteld met ongeveer 60 scholen die prioriteit in het proces verdienen. Dit is de voorraadlijst. Deze prioritering is vastgesteld op basis van:
• Aanwezigheid van een schoolzone
• Mogelijkheid tot aanpak schoolclusters
• Urgentie verkeersproblematiek
• Infrastructurele situatie (maximale snelheid, wel of geen fietspaden, verkeersintensiteit etc)
• Aard en aantal meldingen verkeersonveiligheid.
Deze lijst wordt continu bijgewerkt en scholen die hierom vragen worden op de lijst geplaatst. Nieuwe scholen komen in principe onderaan de lijst, tenzij sprake is van hogere urgentie. In dat geval bespreken en bepalen de programmamanager verkeersveiligheid en de coördinator op welke plaats op de lijst de school komt.
Er wordt contact onderhouden met Dienst Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) over welke scholen uitbreiden, verplaatsen of zich op een nieuwe locatie vestigen. Deze scholen kunnen dan beoordeeld worden of en met welke urgentie zij op de lijst geplaatst kunnen worden”.
Zijn er aandachtspunten en lessen die Den Haag geleerd heeft uit de huidige aanpak?
“We hebben veel geleerd van het verleden. We merken dat de huidige aanpak erg goed werkt. Scholen krijgen hierdoor duidelijkheid over de te verwachte wachttijd. En de gemeente heeft goed overzicht over de verkeersveiligheid rondom alle basisscholen. Bij de aanpak veilige schoolomgeving heb je te maken met verschillende belanghebbenden, waaronder de school, de ouders, de kinderen en ook de omwonenden/ bedrijven en nood- en hulpdiensten. Bij meerdere projecten is gebleken dat partijen niet altijd achter dezelfde interventies staan en andere inzichten hebben op de inrichting van de veilige schoolomgeving. Omwonenden krijgen soms het gevoel dat we als gemeente met name handelen vanuit het perspectief van de school, en dat de inrichting gebaseerd wordt op de wensen tijdens haal- en brengtijden, tweemaal een halfuur per dag. Daarnaast wordt vanuit de school vaak gepleit voor lagere snelheden, meer snelheidsremmende maatregelen en meer oversteekmogelijkheden, waar voor omwonenden en nood- en hulpdiensten ook belangen in doorstroming meetellen. De afstemming en participatie moet dus uitgebreid zijn om draagvlak van alle kanten te creëren.
Daarnaast is de afhankelijkheid van beschikbaarheid van een aannemer regelmatig lastig in de planning. Vaak zijn de interventies die wij doen klein van aard en worden deze door de aannemer gezien als ‘taak tussendoor’. Hierdoor worden ze kort van tevoren ingepland en maakt dat het soms lastig om tijdig de buurt te informeren. Daarom werken we momenteel aan een werkwijze waarin de buurt al eerder in het proces een vooraankondiging van de geplande interventies krijgt, om verrassing en mogelijk daarop volgende bezwaren te voorkomen”.
Hoeveel tijd is er beschikbaar binnen de ambtelijke organisatie voor dit thema?
“Momenteel werkt er één projectleider veilige schoolomgeving voor 1 FTE, en krijgt deze ondersteuning van een beleidsondersteuner van 0,5 FTE. Daarnaast werken diverse technische managers, tekenaars, ontwerpers etc hieraan mee”.
Hoe ziet volgens jou de ideale schoolomgeving eruit?
“In een ideale schoolomgeving staan en rijden geen auto’s. Kinderen komen lopend en fietsend naar school. Qua infra bestaat een schoolzone minimaal uit het plaatsen van bebording rondom de school, het aanbrengen van markering op het wegdek (met het woordje ‘SCHOOL’) en maatregelen op maat (benodigde snelheid remmende maatregelen, toevoegen van fietsnietjes, weghalen van autoparkeerplaatsen, etc.). Een goede doorstroming van verkeer, ook tijdens haal- en brengtijden, maakt de kans op een verkeerschaos stukken kleiner en helpt ook onoverzichtelijke situaties te voorkomen. Om verkeersdeelnemers hun gedrag aan te laten passen speelt het attenderen op de aanwezigheid van een school en kinderen een belangrijke rol. Het attenderen kan met verschillende soorten maatregelen, zoals bebording, markering op het wegdek en daarnaast gekleurde paaltjes en hekjes. Daarnaast spelen niet alleen fysieke kenmerken een rol, maar is ook gedrag en educatie relevant. Daarom zijn verkeerslessen, fietsvaardigheidstraining, theorie- en praktijkexamens en gastlessen door verkeerskundigen en politie ook onderdeel van een ideale veilige schoolomgeving”, aldus Kapteijns.
Voor de praktische verkeerslessen in de gemeente werkt Den Haag samen met de verkeersleerkrachten van SCHOOL op SEEF.
Terug naar het Kennisdossier