Tags voor deze pagina:
Onderzoek

Situatie Vrouwenakkersebrug verbeterd, maar gedrag fietsers blijft onveranderd

Voor fietsers is het bij de Vrouwenakkersebrug op de N231 onduidelijk hoe zij het beste kunnen oversteken. Zo gebruiken ze vaak de autoweg in plaats van het fietspad, wat tot onveilige situaties leidt. Ondanks dat de provincie Zuid-Holland verschillende maatregelen heeft genomen om dit te verbeteren, is het gedrag van de fietsers niet veranderd. Dat blijkt uit onderzoek dat ANDC heeft uitgevoerd in opdracht van het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid (ROV) Zuid-Holland.

Een blauwe wegmarkering van iemand met de fiets aan de hand en voetstapjes.

Om de verkeerssituatie te verbeteren, heeft de provincie verschillende maatregelen genomen. Aan de oostzijde van de brug – waar fietsers vaak het voetpad gebruiken – zijn markeringen en borden geplaatst met de oproep om het voetpad lopend over te steken. Aan de westzijde zijn borden en pijlen toegevoegd om de juiste route te verduidelijken.

Duidelijkere situatie, minimale gedragsverandering

Suzan van Wershoven (projectmanager bij ANDC) leidde het onderzoek naar de effecten van deze maatregelen: “Met de borden en wegmarkeringen wilden we de situatie voor fietsers verduidelijken. Een van de inwoners vertelde dat het inderdaad iets is verbeterd. Maar uit onze observaties – als ook het gesprek met de inwoner – blijkt dat fietsers toch op een onjuiste manier blijven oversteken. Zeker aan de oostzijde van de brug: daar blijven fietsers het voetpad gebruiken. Aan de westzijde van de brug zagen we zowel voor als na onze observaties weinig mensen die op een onjuiste manier overstaken. Waarschijnlijk omdat dit vooral speelt bij recreatiefietsers en die waren tijdens onze observaties nauwelijks aanwezig.”

Vervolgonderzoek nodig

De belangrijkste aanbeveling van ANDC is om vervolgonderzoek uit te voeren tijdens het hoogseizoen. Van Wershoven licht toe: “We hebben in november geobserveerd, omdat toen de interventies werden geplaatst. Tegelijkertijd is dit een rustigere periode. Onze belangrijkste aanbeveling is daarom om tijdens het hoogseizoen –  wanneer er meer recreatiefietsers zijn – opnieuw observaties te verrichten en dan ook in gesprek te gaan met de fietsers: ‘is de situatie inderdaad duidelijker, wat zijn beweegredenen om op een andere manier de brug over te steken, etc.’. Dit kan helpen om de maatregelen verder aan te scherpen.”